Toekomstverwachting

In dit thema wordt beschreven hoe deelnemers denken over hun toekomst en wat ze daarin verwachten. De onderwerpen die hieronder besproken worden zijn: van onzekerheid tot vertrouwen, zorgen over werk en financiën, zorgen over gezondheid en blijvende gevolgen, en hopen en wensen voor de toekomst. 

Van onzekerheid tot vertrouwen

Onzekerheid en onduidelijkheid
Veel deelnemers ervaren onzekerheid over de toekomst. Voor sommigen komt dit om dat ze nog wachten op verdere onderzoeken of de start van een behandeling. Voor anderen heeft de onduidelijkheid te maken met het niet kunnen vinden van een aantoonbare, onderliggende oorzaak van hun klachten. Deelnemers vinden het lastig dat er zoveel onduidelijkheid is over het verloop en het herstel van hun klachten. Daarnaast zijn er deelnemers die het lastig vinden dat er onduidelijkheid is over wat helpt bij het herstel en waarom. Bij de ene persoon zijn bepaalde behandelingen wel behulpzaam en bij de andere persoon niet. Een heldere verklaring ontbreekt nog. Veel deelnemers merken ook dat hun herstel langzaam gaat. Dit zorgt voor veel onzekerheid en zorgen over de toekomst. Het is voor velen ook moeilijk dat er geen duidelijk eindpunt is. Twee deelnemers geven aan dat het lastig is dat er niemand is die duidelijkheid kan geven over post-COVID en het verloop en herstel. Eén deelnemer geeft aan dat dit gebrek aan perspectief zorgt voor eenzaamheid.

Hoop en vertrouwen
Een aantal deelnemers geeft aan hoopvol te zijn over de toekomst en erop te vertrouwen dat ze weer gaan herstellen. Deze hoop krijgen ze vooral door het ervaren van verbetering in hun klachten, ook al zijn het kleine stappen. “Sinds ik die stijgende lijn wat voel, denk ik: ja, het gaat langzaam, maar we gaan de goede kant weer op en ik ga er ook weer komen”, vertelt Els. Yvonne geeft aan volledig overtuigd te zijn dat zij beter gaat worden “Ik ben er wel van overtuigd dat ik beter ga worden en daar ga ik de volle 100% voor.” Tegelijkertijd balanceren veel deelnemers tussen het vertrouwen in hun herstel en zorgen over de toekomst. Sheena geeft ook aan wel hoopvol te zijn om beter te worden, maar nog niet op de korte termijn. Over het algemeen verwachten de meeste deelnemers dat het nog lang gaat duren voordat ze weer de oude zijn.

Leven bij de dag
Een aantal deelnemers geeft aan dat ze juist niet zoveel aan de toekomst proberen te denken. Veel deelnemers omschrijven het als ‘leven bij de dag’. “Ik kijk echt van dag tot dag; morgen gaan we weer ertegenaan”, vertelt Liselotte. Sommigen willen niet aan de toekomst denken omdat ze vinden dat het niet helpend is. 

Zorg over werk en financiën

Meerdere deelnemers maken zich zorgen over of ze weer aan het werk kunnen gaan in de toekomst. En als ze weer kunnen werken, hoeveel uren dan en op welk niveau. Sommige deelnemers houden er ook rekening mee dat het afhangt van welke klachten er in de toekomst blijven. Een deelnemer geeft aan weer te kunnen werken, maar nog niet voltijd, zoals eerder.

De zorgen over werk gaan bij veel deelnemers gepaard met zorgen over hun toekomstige inkomen en financiën. Voor een aantal gaan die zorgen over een balans vinden tussen kunnen werken (financieel rondkomen) en energie over houden om leuke dingen te kunnen doen. Voor anderen hebben de zorgen vooral te maken met dat ze in de ziektewet zitten en daardoor op hun inkomen gekort zijn, of dat hun uitkering binnenkort afloopt. Een aantal deelnemers geeft ook aan onzekerheid en spanning te ervaren rondom de ziektewet, de WIA, en het UWV. Dat heeft voor een deel te maken met dat deelnemers bang zijn om niet serieus genomen te worden door het UWV. Tegelijkertijd is het ook de onzekerheid over hoe de klachten ontwikkelen of verbeteren. Samira vertelt: “Eigenlijk hangt het af van wat het UWV gaat zeggen wat nu vooral onzeker is, want het kan nog alle kanten op.” 

Zorgen over gezondheid en blijvende gevolgen

Meerdere deelnemers geven aan dat ze bang zijn dat sommige klachten blijvend of chronisch zullen zijn. Samira heeft bijvoorbeeld neuropathie en is bang dat haar klachten nog erger gaan worden in de toekomst. Willemijn heeft vooral nog cognitieve klachten (moeite met nadenken en dingen onthouden) en is bang dat deze niet meer weg zullen gaan. Andere deelnemers verwachten dat sommige klachten zullen blijven. Voor Tessa is dat ook een soort acceptatie die helpend is. Andere deelnemers vertellen juist dat ze er niet aan willen denken dat sommige klachten altijd zullen blijven. 

Hopen en wensen voor de toekomst

Meerdere deelnemers geven aan specifieke doelen of wensen te hebben voor hun toekomst. Bijvoorbeeld om weer te kunnen werken of normaal te kunnen functioneren in het leven. Anderen hopen vooral op meer kennis en begrip over post-COVID. Weer anderen hopen op meer plezier in het leven in de toekomst. Een aantal zegt ook dat ze sommige dingen in het leven anders willen aanpakken in de toekomst. Bijvoorbeeld minder jachtig leven en meer ontspanning te willen. Ron vertelt dat de hele coronacrisis ervoor gezorgd heeft dat hij andere dingen is gaan waarderen. 

Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren

Klik op "ik ga akkoord" om cookies toe te staan.