Jan is teleurgesteld in de houding van zijn buren

donderdag, 12 juli, 2012

Niemand doet het voor je, je moet allemaal zelf doen. Buiten de hulp. Daarom had ik het daarstraks over de buurt, vroeger was de buurt, die was ook veel behulpzamer. En nu, ja zijn er een aantal jonge mensen, en dan, ja, die hiernaast zit er eentje die, die zit zelf in, in de zorg en dan. Ja dan hoor je via, ja ze wilde overdag, buiten haar werk, wil ze er niks mee te maken hebben. Ja, nou dan denk ik als ze het dan hebben over die roeping, ja dan is ze toch een stukje roeping misgelopen. En dat is jammer. Hè we zeggen elkaar goedendag en ja, het zal. Maar echt, van kan ik even bijspringen of wat ook, dat is hier niet gegeven, nee. Alhoewel toch, ja er zitten natuurlijk wel mensen bij die ook wel een hart hebben, hè om het zo maar eens te zeggen. Maar ja die, dat zijn er hier in de straat twee, en dat is jammer.

Terwijl dat je, vroeger was dit echt een, ja, dat was een straat daar wilde eigenlijk iedereen wonen. Maar de jonge garde is, de oude garde is weg gereisd. Die is verhuisd, daar zijn allemaal jonge mensen voor in de plaats gekomen en die hebben eigenlijk, ja. Misschien wel terecht, allemaal hun eigen sjorum, sjorus, en, nou ja ook en, dat is ook goed. En dat betekent ook, wij hebben ook altijd voor andere mensen klaargestaan. Mijn vrouw ook en ja dat kun je ook niet meer zo, ja dat wordt ook niet door iedereen in dank afgenomen. Want ze denken van ja kom op, maar dan moet je dus duidelijk zeggen van ja nee, dit gaat niet meer. Het is, en nu moet ik, hier heb ik mijn werk en, ja, maar dat is iets anders als dat je tijd zat hebt. En dan moet werken, dat je dus bij andere mensen van, kan ik iets voor je betekenen. Ja, maar dat, nee, dus, de wereld verandert of is veranderd.

En wat doet dat met u dat de wereld veranderd is zeg maar dat,

Best wel veel, want toen ik nog klein was, mijn moeder die was ook geen gezonde vrouw. En dan zag je de buurvrouw, die had zelf negen kinderen, dus vroeger bij ons thuis, en die kreeg hulp van haar zuster. Nou en, mijn vader, mijn moeder lag in het ziekenhuis, en, ja toch, ruim een jaar in het ziekenhuis gelegen. Nou mijn vader die zat in de ploegendienst, nou die kwam dan 's morgens om zes uur thuis, en toen had je nog in de tijd van. Je moest de wasmachine naar buiten trekken als je er één had, en de teil moest naar buiten met de was erin. Ja en, dat moest die man nog na zijn werk, moest hij dat nog 's morgens vroeg doen. Hij moest eten koken, hij moest van alles. Nou dan sprong de zuster van de buurvrouw, die sprong over het hek, en die zei dan van ga maar naar bed, en die waste en die streek, en die. En dan deed ze ook nog eten koken, en dat ongevraagd, hè. Dat werd gewoon gedaan dus, dus ik kom uit een wijk waar dat gewoon was.

Nou, in het begin was het hier ook gewoon, en nu zie je dat eigenlijk verloren gaan, en dat vind ik best wel erg. Want, waar moet dat straks naar toe. Als die mensen hulp nodig hebben. Ja degene waar we hier in de buurt nog hulp van krijgen zijn allemaal ouder hoor, en, ja dan denk je van nou, als die jongeren al zo met elkaar om gaan. Ja, dat zijn allemaal kinderen van, die hadden kinderen van ons kunnen zijn. En die zijn al niet meer bereid om, laat maar zitten. Er is hulp, ja, en zodoende kom je bij professionele hulp terecht, terwijl dat eigenlijk burenhulp. Ja, ik weet hoe het in elkaar steekt, burenhulp, en dat is echt jammer dat dat verloren gaat. Doordat mensen teveel met d'r eigen bezig zijn. Dat zie je ook in clubs hè, in de hondenschool waar ik zit. Ja we zijn met vier, drie bestuursleden, nou we zijn allemaal al boven de vijfenzestig, en we krijgen geen één jong bestuurslid. Hebben ze geen tijd.

Ja en wij zijn allemaal al aan het sukkelen gegaan, hè. Ik ben ook niet meer honderd procent gezond. Nou de penningmeester bij ons die is ook al, die heeft een TIA gehad. Ja hoe lang kun je die man nog. Nou en de voorzitter die heeft iets met zijn longen en dan denk je van ja, dadelijk dan moeten we er eigenlijk mee uitscheiden, omdat we geen jonge aanwas hebben. Nou en we hebben echt ons best gedaan, we hebben daar, we hebben een prachtig terrein. Nou daar zou iedereen zo op willen, maar je krijgt er geen één voor. En dat is toch wel jammer, en naar mijn mening ook wel zorgelijk. Want iedereen klaagt, ja maar als we dus iedereen bij elkaar, alles bij elkaar zouden gooien, zouden we het veel makkelijker hebben. Kom ik doe wat voor jou en jij doet wat voor mij. En dat hoeft niet één op één te zijn, want dat ga je niet redden maar. Je kijkt, als daar een buurman bij wijze van spreken in, wat is hij nou toch aan het doen. Hè, daar loop je eens naar toe, ja wat ben je aan het doen joh. Ja ik heb een dak lek. Oh misschien heb ik wel wat om dat ,dan ga je daar naartoe en dan help je vijf minuten en dan is hij gematst en blij. Bakje koffie, krijg je een bakje koffie voor hè dus dat is ook weer. Het is ook voor je sociale contacten die je dan daarmee in contact houdt, of in stand houdt, en ja, nou dat, zo zie ik het eigenlijk.

Maar ja zo zien andere mensen dit niet. En dat vind ik jammer. En ook wel zorgelijk. Want als dat zich doorzet, nou dan hebben we dadelijk helemaal geen hulp meer van buren. Want dan gaat de één zeggen van ja je zoekt het zelf maar uit, en de ander zegt dat ook. En dat is echt dat is, dat is, daar moet je niet aan denken. De naasten, de maatschappij, de buren hè. Vergeet het nou maar dat, dat je echt, ja en, je hoort dat ook in die groep. Hè dan zeggen ze ja, buren, leuk, ja, maar je moet wel verrekte goede buren hebben willen ze iedere dag eten voor je koken. Vergeet het maar. En, dat heb je, daar hebben wij, die ervaring hebben wij ook. En dan is, natuurlijk zitten daar mensen bij, want je moet niet iedereen over één kam scheren, maar, natuurlijk zitten er mensen bij die het fantastisch doen. En die, waar je zo naar binnen kunt lopen en dan, à la minute, maar, die mensen daar moet je heel zuinig mee omgaan. Ja, die buurvrouw daar aan de overkant, ja, die moet je echt, dat is een vrouw, daar. Ja dat is eigenlijk een professionele hulp maar ze is ook je buurvrouw, je overbuurvrouw. Ja daar, daar moet je niet mee spotten, daar moet je zuinig mee om gaan. Daar moet je alleen bij, want ik heb haar telefoonnummer, ik kan ze dag en nacht bellen en ze zegt Jan ga naar de hondenclub. En dan, als je er bent en je maakt je zorgen, bel mij op, ik ga wel even kijken hier. Ja? Ik maak, ik heb daar nog niet één keer gebruik van gemaakt, omdat ik zo zuinig op die vrouw ben. Ja, want ik zal ze misschien nog een keertje echt nodig hebben. En dan niet voor een hondenclub of weet ik veel, of voor, hè, zo bekijk ik dat wel.

En de rest, ja, er zitten er hier maar twee of drie in de straat. Hiertegenover die man ook, vrouw, die komt ieder jaar een bosje bloemen brengen. Ja? Ja daar, daar kick ik van. En Ans ook. Daar zit iemand die aan ons denkt, met een briefje erbij, het gaat jullie fantastisch dit jaar, ondanks dat het slecht gaat. Ja, maar dat is toevallig, dat je, die vrouw die zit in hetzelfde schuitje. Ze is niet dement maar ze heeft wel last van chronische depressiviteit. Nou dus, er hoeft daar maar dit te gebeuren en die vrouw die staat ook, en dat is best erg. Nou dan hou je elkaar toch zo een beetje in. Een bosje bloemen, een doosje Merci en het gaat maar om de kleine dingen hoor.

Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren

Klik op "ik ga akkoord" om cookies toe te staan.