Complicaties bij moeder of kind

Bij sommige vrouwen verliep het herstel na de bevalling niet voorspoedig. Zij kregen last van lichamelijke complicaties of een postnatale depressie. Ervaringen hiermee worden in dit thema beschreven. Tevens wordt in dit thema aandacht besteed aan hoe vrouwen gezondheidsproblemen bij hun kindje hebben ervaren.

Fysieke complicaties bij moeder

Bij enkele vrouwen traden in de kraamtijd of de periode erna complicaties op. Carian kreeg bijvoorbeeld koorts en bleek een wondinfectie te hebben. Een vrouw kreeg een nierbekkenontsteking – waarschijnlijk het gevolg van een blaasontsteking die weer is ontstaan door het feit dat ze een katheter kreeg tijdens de bevalling. Tanja hield na de bevalling klachten aan de bovenbuik en hield last van zuurbranden. Zij bleek galstenen te hebben. Dorine had veel pijn aan haar rug en been. Ze bleek trombose te hebben. Zij werd hiervoor opgenomen in het ziekenhuis en kreeg bloedverdunners, prikken tegen trombose en haar been werd ingezwachteld. Bij een andere vrouw knapten enkele dagen na de bevalling de hechtingen. Hierdoor stond alles weer open en groeide er huid tussen. Na drie weken heeft de gynaecoloog het aangestipt met zilvernitraat. Als gevolg van het openspringen kon ze niet hurken en had ze moeite met normaal plassen op de wc. Ze heeft uiteindelijk een reconstructie ondergaan.

Postpartum depressie – postnatale depressie

Enkele vrouwen hebben na de bevalling last gekregen van een postnatale depressie. Zij hadden last van stemmingswisselingen, waren neerslachtig, waren vergeetachtig, voelden niks bij hun kindje, hadden paniekaanvallen, wilden niet meer uit bed, of vermeden sociale activiteiten. Een vrouw wilde haar kindje iets aan doen, omdat ze “letterlijk gek werd van zijn gehuil”. Ze gaf hem de schuld van alle klachten. Een vrouw omschrijft de depressie als “iets dat zomaar haar leven binnen is gelopen, maar dat die er niet zomaar weer uitloopt”. Ze vond het “bizar dat een depressie je zo kan overnemen en dat je jezelf niet meer herkent”. Het was alsof je “naast je eigen lichaam staat”. Het herstel gaat langzaam: “het gaat met vijf stappen vooruit, en dan weer drie stappen achteruit – en die drie zijn het zwaarst”. Zij vindt ook dat een postnatale depressie een vergeten onderwerp is dat in de doofpot wordt gestopt. Ter behandeling van de postnatale depressie hebben de vrouwen medicatie (antidepressiva) gekregen en hebben ze gesprekken met een psycholoog. Anne (A) heeft ook een tijd gelogeerd bij haar ouders om op te laden en steun te krijgen bij de zorg voor haar kindje. Voor meer informatie over postnatale depressie zie deze website.

Complicaties bij kind: ziekenhuisopname direct na de geboorte

Verschillende vrouwen vertellen dat hun kindje direct na de geboorte werd opgenomen in het ziekenhuis, bijvoorbeeld omdat het kindje te vroeg was geboren. Deze kindjes werden meestal opgenomen op de afdeling neonatologie. Ze lagen in de couveuse om warm te blijven, en de meesten werden ondersteund bij de ademhaling en kregen via het infuus extra voedingsstoffen. Enkele vrouwen noemen het onwerkelijk om hun kindje te zien aan allerlei draadjes en slangetjes. De meeste van hen benoemen dat zij angstig waren om hun kindje te verliezen. Een kindje werd opgenomen, omdat hij tijdens de eerste nacht meerdere keren blauw in zijn bedje was aangetroffen. Hij had een hersenbloeding, herseninfarct, darminfectie en mogelijk hersenvliesontsteking en heeft uiteindelijk 34 dagen in het ziekenhuis gelegen. Een ander kindje werd direct na de geboorte opgenomen, omdat haar suikerwaarden niet goed waren en ze geel zag. Het niet kunnen aanraken en niet kunnen geven van warmte was voor de moeders naar. Ze voelden zich ook machteloos en eenzaam. Enkele vrouwen hadden een schuldgevoel. De een gaf zichzelf de schuld van de gezondheidsproblemen van haar kindje, omdat zij zich slecht voelde tijdens de zwangerschap. De ander voelde zich schuldig dat haar drie kindjes het goed deden, terwijl andere kindjes op de afdeling slecht gingen. Christa vertelt dat ze in een overlevingsmodus zat, omdat ze elke keer slecht nieuws kreeg. Josine vertelt dat ze het fijn vond dat de verpleegkundigen haar en haar partner meenamen in het verwachtingspatroon, zodat ze wisten wat er ging gebeuren met hun kindje. Josine vond het confronterend om thuis te komen zonder kindje. Carian vertelt dat zij vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) extra ondersteuning krijgt bij de zorg voor haar drieling.

Complicaties bij kind na de bevalling

Enkele vrouwen vertellen dat hun kindje na de geboorte gezondheidsproblemen kreeg. Enkele kinderen hadden last van reflux. Een moeder omschrijft het spugen van haar kind als “projectielbraken”. Een andere moeder vond het zielig dat haar kindje in een kring van maagzuur in bed lag. Een kindje werd in het ziekenhuis opgenomen vanwege de reflux. Andere kinderen kregen medicatie en speciale voeding. Daniëlle vertelt dat haar kindje heel veel huilde in het begin. Hij werd ter observatie opgenomen in het ziekenhuis en bleek een koemelkallergie en eczeem te hebben. Later bleek hij ook een dikke nekspier en een voorkeurshouding te hebben. Hij bleek torticollis te hebben. Hiervoor krijgt hij nu fysiotherapie en zijn de ouders daar zelf ook actief mee aan de slag, bijvoorbeeld door het speelgoed aan een bepaalde kant te leggen. Tot slot vertelt Judith dat haar kindje opeens niet meer ademde. Hij had een apparent-life-threatening-event (ALTE). Voor Judith voelde dit als een slechte film. In eerste instantie werd in het ziekenhuis aan reflux gedacht. Het was raar om dit tegen de omgeving te zeggen; Judith voelde zich een overbezorgde ouder. Na verder onderzoek bleek haar zoontje een zeldzame genetische afwijking te hebben, waardoor hij een ontwikkelingsachterstand heeft. De diagnose was voor Judith een verklaring voor allerlei zaken, zoals het feit dat hij klein was bij de geboorte, voor de reflux en voor de ALTE. Meerdere van deze vrouwen hadden het gevoel dat er iets aan de hand was met hun kind, maar dat zij niet geloofd werden en voelden zich niet serieus genomen. Een van hen vertelt dat ze met de handen in het haar zat of met de rug tegen de muur stond. Een ander vertelt dat zij allerlei adviezen kreeg uit de omgeving, waar zij onzeker van werd en dacht dat ze misschien toch niet gelijk had. Tot slot vertelt Anne (A) dat haar zoontje het syndroom van Down heeft. Dit wist zij voor de geboorte. Zij vertelt dat ze geen verwachtingen heeft over de ontwikkeling van haar kindje, zodat ze niet teleurgesteld kan worden.

Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren

Klik op "ik ga akkoord" om cookies toe te staan.