Gerda Havertong heeft Stichting Wiesje opgericht om de zorg voor mensen met dementie in Suriname te verbeteren

maandag, 24 september, 2012

Het moet niemand overkomen, maar waarom mijn moeder? En dan weet je ook dat het niet om die waaromvraag gaat, dat je je niet moet afvragen, waartoe dient het. Maar in ons en in mijn hoofd dient het nergens toe, totaal niet. Nu twaalf jaar later denk ik, misschien diende het, diende het toe tot de dingen, die ik nu gedaan heb. Zomaar had ik dat nooit gedaan, was het niet op mijn weg gekomen. Het was een verdriet, het grote verdriet wat ik had, dat ik opeens allebei mijn ouders kwijt was, want dat , mijn vader was eerder dan mijn moeder dood. Ja, precies een jaar daarna ging mijn moeder dood. Nou, en toen dacht ik echt op een avond, als werkelijk een soort, een soort ja, lichtstraal, een soort iets, wat er in mijn kamer was, waardoor ik opeens dacht van, ik lag daar zo te jammeren en opeens wist ik het, wat ik doen moest. Ik moet een huis bouwen voor mensen met dementie in Suriname. Dat is wat ik moet doen. En ik, werkelijk, ik keerde me om en ik viel in slaap en het was goed. En vanaf toen ben ik niet opgehouden, het is mijn missie, het moet er komen. Er staat nu een kenniscentrum, een dagopvang en we zijn toe aan een vierentwintig-uurs opvang voor mensen met dementie in Suriname. En voor de mensen, voor wie het ook zo lang of misschien nog langer duurt, voor die mensen is Stichting Wiesje in Suriname [-].

Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren

Klik op "ik ga akkoord" om cookies toe te staan.