Yvonne krijgt meer begrip nu ze geleerd heeft open te zijn

dinsdag, 24 januari, 2012

Kunt u ook beschrijven hoe uw kinderen erop reageerden toen zij hoorden dat uw man Alzheimer had of heeft.

Dringt, dringt niet tot hun door. Ach nee, pa is altijd zo'n eh , wat noem je dat, einzelganger, of hoe is dat?

Een Einzelgänger.

Ja, zo heet dat. Dat is pap altijd. En, Pap is altijd een professor geweest, weet je wel, dus, en hij, dus [-] En de kinderen is, soms dan, dan zeggen de kinderen, Ma, pa is irritant. En dan moet ik zeggen, nee hij is ziek. Maar nou, de laatste tijd, ja de kinderen zien dat toch in [-].

En wat deed het met u dat zij het in begin, dat het in het begin niet tot hun doordrong?

Ja, maar dat is, dat is ook mijn eigen schuld. Ik wil mijn man voor mezelf. Wij moeten samen, hè? Dus, wij delen niet zoveel met de kinderen, in het begin hè? Net of je wil zelf uitvechten, zelf samen. En dat is mijn fout [-].En, maar hoe langer hoe meer, ja, begrip van de kinderen, nou ik opener ben [-].

En wat heeft u ertoe gezet om opener daarover te zijn naar de kinderen toe?

Van de begeleidster, van SVP-er, die heeft gezegd, ik wil met de kinderen [-]. Zo heb ik ook, hè, verteld, dat ik heel gesloten ben en de kinderen die komen vaak niet thuis en net of die niet begrijpen. En toen heeft die een datum gemaakt, zeg maar voor de kinderen samen, hier thuis, en toen heeft die dat alles op tafel gezet. En ja, sindsdien is opener. Dus ik word toch wel gedwongen om te uiten. Hulp vragen, wat ik in het begin niet deed. [-] Ik zei altijd, ik ga voor jou zorgen, niemand hoeft te zorgen, weet je wel, zoiets. Ja maar weet ik veel dat dat zwaarder is dan wat je wil beloven, dus dat is [-]. Dus ik heb toch nog steeds, in die tijd hè, nog steeds het gevoel, alles komt goed, het gaat beter. Maar eigenlijk niet. Want wat dood is, is dood in de hersens zeg maar hè. En dan denk ik altijd, oh het gaat toch beter, gaat beter. Wij komen wel uit. Maar wij komen niet uit. En sindsdien hè, ja door die SVP-er is mijn ogen toch wel door die gesprekken van de groep, en toen dacht ik, ja ik moet toch delen. En is fijner. Dus.

En u deelt het nu met uw kinderen, deelt u het ook nog met andere mensen, bijvoorbeeld andere [-]?

Oh ja, ja. Delen, ja. Ik, ik ben open. Vroeger durf je niet te zeggen, mijn man heeft Alzheimer, of niet durft, durft, weet je wel, ja is moeilijk. Maar nou zeg ik gewoon, ja [mijn man] die heeft Alzheimer. Net als, nou ga ik stoppen met de winkel, de klanten die vragen, waarom stop je? Is dat niet haalbaar, of hoe zit dat? En dan zeg ik gewoon, gewoon zeg ik van, ja ik kan niet meer want mijn man is ziek. En dan vragen de klanten zelf, wat heeft hij. Ik zeg gewoon Alzheimer. En dat heb ik nou rust mee. Maar hij nog niet eigenlijk. Hij kan nog niet accepteren.

Nee. En hoe voelt het voor u om er open over te kunnen zijn?

Hoe bedoelt, wat zegt u?

Hoe voelt dat voor u, dat u er nu open over bent, naar anderen toe?

Ja, nou ga ik open, net of het, iedereen begrijpt. En zeg maar van de tachtig procent heeft altijd, die heeft gezegd, oeh nou snap ik. Want dat is toch een zware leven om dat, je man te begeleiden. Dus ja, je hebt toch veel begrip als je zo opener. Ja.

Wij gebruiken cookies op deze site om uw gebruikerservaring te verbeteren

Klik op "ik ga akkoord" om cookies toe te staan.